Hormonen

Organen die hormonen uitscheiden noemt men ook wel endocriene organen. Endocrinologie is de wetenschap die de endocriene organen bestudeert.

Hormonen zijn chemische stoffen of moleculen die door het lichaam gemaakt worden en zijn boodschappers in het lichaam, net zoals zenuwen dat zijn. In tegenstelling tot zenuwen die enkel cellen in hun onmiddellijke omgeving kunnen beïnvloeden, kunnen hormonen een effect hebben op verder afgelegen cellen, weefsels en organen. Hormonen worden namelijk in de bloedbaan uitgescheiden waar ze getransporteerd worden doorheen het hele lichaam.

Om een effect te kunnen hebben op een cel zal de cel een ontvanger of een receptor moeten hebben waar het hormoon op kan binden. Als een hormonale molecule bindt op de receptor van een cel treedt een hele mechaniek in werking in het binnenste van de cel. Afhankelijk van de aard van de cel kan deze reactie heel uiteenlopend zijn. Een hormoon kan zo op één type van cellen een bepaalde reactie uitlokken terwijl het op cellen in een ander orgaan een volledig andere reactie zal uitlokken.

Belangrijke endocriene of hormoon uitscheidende organen zijn onder andere de schildklier (thyroïd), de pijnappelklier (epifyse), de hypofyse (hersenaanhangsel), de zwezerik (thymus), de bijnieren, de alvleesklier (pancreas), de teelballen en de eierstokken.

Vaak hebben deze endocriene organen een invloed op elkaar: het hormoon van een endocrien orgaan kan de afscheiding van andere hormonen door andere organen verhogen of verminderen.